De Dow-Jonesindex van dertig toonaangevende fondsen sloot met een verlies van
50,71 punten (0,5 procent) op een stand van 10.041,48 punten. De breder
samengestelde S&P 500-index daalde 6,85 punten, ofwel 0,6 procent tot
1091,06 punten. De door technologiefondsen gedomineerde Nasdaq sloot met een
verlies van 12,85 punten op 2163,47 punten. Dat betekent een daling van 0,6
procent.
Winsten verzilveren
"Momenteel worden er veel winsten verzilverd. Mensen zijn het er over eens dat
het kwartaalcijferseizoen overwegend goed zal zijn. Maar daardoor rijst de
vraag, wat de volgende stimulans voor de markten gaat worden", zegt een
Amerikaanse vermogensbeheerder.
Technologieconcern Apple presenteerde maandag nabeurs kwartaalcijfers die de
verwachtingen van analisten overtroffen. Dat was vooral te danken aan het
succes van de iPhone en de Mac. Apple eindigde de handel met een koerswinst
van 4,7 procent. Machinebouwer Caterpillar maakte dinsdag eveneens sterke
resultaten bekend. Bovendien stelde het concern zijn verwachtingen voor heel
2009 naar boven bij. Caterpillar klom 3 procent, goed voor de eerste plek in
de Dow.
Coca Cola
Frisdrankenproducent Coca-Cola moest 1,3 procent inleveren na de publicatie
van tegenvallende omzetcijfers. De omzet daalde over het derde kwartaal met
4 procent tot ruim 8 miljard dollar. De winst was wel iets beter dan
verwacht.
Het chemieconcern DuPont zag de nettowinst in het afgelopen kwartaal met 11
procent stijgen tot 409 miljoen dollar, boven de verwachting. Dit mocht
echter niet baten, DuPont verloor 2,2 procent.
Meer woningen in aanbouw
Op het macro-economische vlak werd dinsdag bekend dat het aantal in aanbouw
genomen woningen in de Verenigde Staten in september met 0,5 procent is
gestegen vergeleken met een maand eerder. In september werden op jaarbasis
590.000 woningen in aanbouw genomen. Analisten gepolst door Reuters hadden
echter op 610.000 gerekend.
De producentenprijzen in de Verenigde Staten zorgden voor een andere
tegenvaller. Deze waren in de maand september met 0,6 procent gedaald,
terwijl marktvorsers ervan uitgingen dat de prijzen onveranderd zouden zijn.
Sommige beleggers zagen de gedaalde prijzen als een slecht signaal voor de
economie.
De olieprijs daalde 0,7 procent tot 78,40 dollar. Daardoor moesten de
oliereuzen Chevron en ExxonMobil, zwaarwegende fondsen in de Dow,
respectievelijk 1,3 en 1,2 procent prijsgeven.
Op de valutamarkt noteerde de euro op 1,4925 dollar tegen 1,4890 dollar bij
het slot van de Europese beurzen dinsdag.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl